Van connectie naar disconnectie. Deel 2.
Voor haar verjaardag kreeg ze een cactus. Een grote. Een mooie. Hij was recht als een kaars, groot als kind, zijn kleur was diepgroen en hij bloeide rode bloemen toen ze hem kreeg. Hij kreeg een mooie plek in de kamer. Iedereen die bij haar binnenstapte zei er wat van, van die mooie cactus. Ze was er trots op. Het was een echte eyecatcher. De slagroom op de cake van haar interieur. Hij behoefde weinig zorg. Af en toe een klein beetje water. De eerste jaren hield ze dit goed bij. Ze had een vaste dag voor de bewatering. In de vakantie vroeg ze zelfs iemand voor haar cactus te zorgen. Hij was immers belangrijk voor haar, die cactus. Het mooiste wat ze in huis had.
Langzaam kwam echter de klad erin. Ze vergat de cactus wel eens. Niet een week, niet een maand maar maandenlang kreeg hij geen water. Na een jaar van verwaarlozing ging hij een beetje slap hangen. Zijn diepgroene kleur werd vaal. Ze vond hem niet zo mooi weer en in plaats van hem redden verschoof hem naar een ander hoekje van de kamer, waar ie wat minder in het zicht stond. In de loop van de jaren ging hij langzaam dood. Ze had even gegoogeld op “kun je een halfdode cactus nog redden?” maar de antwoorden vond ze gecompliceerd en te veel werk. Toen zijn levenskracht nog ongeveer tien procent was zette ze hem bij het vuilnis buiten op straat. Ze keek niet eens of hij nog door iemand werd meegenomen of dat hij daadwerkelijk in de laadklep van de vuilniswagen verdween. Het maakte haar niet meer uit. Ze had afscheid genomen. Op de oude plek van de cactus zette ze haar nieuwe palm neer. En het leven ging door.
Een zielig verhaal? Persoonlijk vind ik van wel. Ik kan al huilen om zo’n plant die ik bij de vuilnis zie staan als ik er toevallig langs fiets of loop. Laat staan als ik dit verhaal in de menselijke variant hoor. Toch gebeurt dit. We doen dit. We verwaarlozen. We worden ook verwaarloosd. In meer of mindere mate. We geven allemaal wel eens net te weinig aandacht aan onze partner. We krijgen allemaal ook wel eens te weinig. Als het chronisch te weinig is dan verwelken mensen als het ware ook. Sommigen zoeken hun aandacht buitenshuis; in werk, vrienden, hobby’s, verdovende middelen, huisdieren, kinderen of een affaire. Sommige mensen zoeken het nergens anders. Ze blijven op de plek waar het ontbreekt aan complimenten, aandacht, zorg, liefde, cadeautjes, aanrakingen, glimlachen of verrassingen. Zelf delen ze dit ook niet meer uit. Beide partners zoeken een eigen plekje in huis waar ze alleen kunnen zijn. Zo wordt de langzame relatiedood gestorven. Als er nog tien procent leven is zegt de een tegen de ander “het is op”. En zo staat op een dag de relatie bij de vuilnis. Vaak in de vorm van fotolijstjes.
Is er een oplossing? Jazeker! Ga eens na wat je belangrijk vindt. Je auto? Je werk? Je carrière? Je vrienden? Je telefoon? Je huisdier? Je basversterker? Je hobby? Je motor? Je huis? Als je je item van belangrijkheid hebt gevonden, kijk dan eens goed hoeveel aandacht je het geeft. Wat doe je er allemaal voor? En stel jezelf vervolgens de vraag: geef ik mijn partner net zoveel aandacht als dit object of ander mens of dier of hobby? Zo niet: start daarmee. Per direct. Niet zeuren dat je het zelf ook niet krijgt, wat ongetwijfeld het geval is. Doe gewoon jouw gedeelte. Zo lang er leven is, is er hoop op bloei. De enige benodigdheden zijn liefde, zorg en opzij gezette trots. Met een beetje inzet en geluk bloeit je partner weer. Met nog wat meer inzet en geluk jij zelf ook.