“Ik doe alles voor jou en in ruil daarvoor verlaat je mij niet” en “Ik vind je geweldig en in ruil daarvoor versterk jij mijn eigenwaarde”

Het is een hot topic, co-dependency. Cliënten dragen geregeld zelf deze term aan, n.a.v. wat ze gelezen hebben op internet. De Engelse term ook, bij gebrek aan een goede Nederlandse vertaling. Ik vind het vernederlandste co-dependentie of wederzijdse afhankelijkheid ook allemaal goed. Het betreft altijd relaties die in het begin een perfecte match leken, maar langzaam maar zeker krakjes gingen vertonen in die gebrekkige perfectie. Tegen de tijd dat een koppel tegenover mij zit is de glorie van weleer te niet gedaan en kijkt vooral verdrietigheid en ongelukkigheid mij aan. Voor mij is de voornaamste taak dan om te gaan roeren in de chaos genaamd ‘symbiotische relatie’. Beide partners staan dan ontegenzeggelijk voor de uitdaging om het pad te gaan lopen van zelfontwikkeling. Een waardevol pad uiteindelijk maar ook een pad van bloed, zweet en tranen.

Wederzijdse afhankelijkheid door het creëren van symbiose lijkt – zeker in het begin – helemaal geen probleem voor een relatie. Het klinkt heel wederkerig en fijn; symbiose. Dat is het op den duur niet. Wanneer één van de partners meer tijd, energie en focus investeert in de ander, raakt deze gever als het ware uitgeput. Op den duur wordt dit een depressief hoopje mens. De andere partner verliest bovendien vaak het respect of de waardering voor de gever. Een enkele keer wordt het geven zelfs uitgebuit.  Er is hoe dan ook onbewust scheefheid ontstaan in de relatie. Scheefheid van inspanning en scheefheid van macht.

Soms staat scheefheid van macht minder op de voorgrond. Dan hebben beide partners gelijktijdig het idee dat ze meer investeren in de ander. Er ontstaan dan conflicten met vaak ‘economische verwijten’, zoals “ik doe veel meer voor jou dan jij voor mij”, met als respons “je hebt geen idee wat ik allemaal voor jou doe”. Beide partijen geven echter voorwaardelijke liefde aan de ander. Er zit geen onvoorwaardelijkheid aan. Men geeft om te krijgen. Met pleasen en met zorgzaamheid proberen ze de partner positief te stemmen en zo te voorkomen dat ze bijvoorbeeld verlaten worden of moeten gaan uitzoeken wie ze zijn. Met dankbaar reageren op alle zorg en onder de kin gestreeld worden, voorkomt de andere partij alleen zijn. Als de ene partner minder gaat geven en de andere partner minder dankbaar is, dan wordt voor beide partijen de relatie onveilig. Hoe onveiliger de relatie, des te meer conflicten. Des te meer onveiligheid. Des te meer conflicten. De spiraal omlaag.

Een bekende misperceptie is dat geven altijd goed is. Zolang je geeft weet je wie je bent, namelijk een goed persoon. Te veel geven kan niet, denkt men, want hoe kan geven en dus goedheid een probleem zijn? Maar als je (onbegrensd en onbewust) geeft om vooral terug te krijgen, als je geeft ter opbouw van je eigenwaarde, als je geeft om de ander afhankelijk van je te maken zodat er voor jou meer veiligheid is en zodat je niet verlaten wordt, dan leg je alle macht én verantwoording voor jouw welzijn in de handen van de ander. Naar je gevoel is niet aflatend goed doen, het enige wat je kunt doen. Dat levert stress op. De stress wordt nog hoger als de andere partners de verbinding een beetje laat vieren, omdat deze niet langer de verantwoordelijkheid wil dragen van jouw welzijn. Of omdat de partner vindt dat het geven simpelweg onvoldoende is, waardoor er aan die kant van de relatie onveiligheid ontstaat. Beide partijen gaan elkaar afwisselend beschuldigen van het ervaren van een tekort om vervolgens terug te trekken uit de verbinding, vaak vanwege de stress. Het geven en de dankbaarheid wordt minder. Wat meer wordt zijn de wederzijdse verwijten en de ongelukkigheid.

Wederzijdse afhankelijkheid, door het creëren van symbiose, gaat over een wederzijds tekort dus. Het leidt vaak tot patronen van aanklagen, slachtofferschap en redden. De bekende dramadriehoek. Het tekort ligt altijd op het terrein van de eigenwaarde, het zelfbeeld, en het onvermogen om eigen emoties te begrijpen. Er is bovendien altijd de wederzijdse behoefte aan bevestiging. Bevestiging dat je goed genoeg bent, mooi genoeg bent, het waard bent om bij te zijn, bijzonder genoeg bent, opofferend genoeg enz. De roep naar elkaar is altijd die van “geef!” en “geef meer!”

Vandaar dat het pad van de persoonlijke ontwikkeling het enige pad is. Er is zelfliefde nodig en vanuit zelfliefde moeten bepaalde gedragingen worden opgegeven en veranderd. Wat niet hoeft te worden opgegeven is de fijngevoeligheid en de wens tot verbinding. Bewustwording van de patronen en werken aan eigenwaarde, zelfwaardering en de focus op jezelf en jouw behoeften houden (in plaats van op de ander en diens behoeften) volstaat. Leren liefhebben zonder je eigen gezonde grenzen te overschrijden en zonder afhankelijkheid. Als dit lukt en de wederzijdse liefde is er nog, dan kan de relatie heel erg mooi worden. Mooier dan deze ooit was. Echter. Waarachtiger.

Soms komen deze koppels heel laat bij mij. Dan is het leed al zover geschied dat een van de partners verdwenen is of op het punt staat te vertrekken. Degene die weggaat is vaak degene die zich heel schuldig en verantwoordelijk heeft gevoeld voor het geluk en het veiligheidsgevoel van de ander. Zelf voelt men vaak al lange tijd druk. Druk om meer en meer de eigen behoeften opzij te schuiven door de focus geheel op de ander en diens behoeften te leggen. Het kan manipulatief voelen en overweldigend. Het kan voelen alsof je zelf oplost. Het kan voor verwarring zorgen of voor een gevoel van verstikking. Het kan leiden tot uitspraken als “ik merk dat ik eigenlijk niet meer naar huis toe wil.” Daarna volgt verlating. En opluchting. Bij een van de twee vaak. Diegene die wegging had de taak om eerder en gezonder te begrenzen, maar angst voor alleen zijn heeft het gezonde gedrag vaak in de weg gestaan.

Bij de ander, die verlaten wordt of die de verantwoording op diens bord krijgt om de relatie te beëindigen, roept het vaak pure woede op. “Ik heb alles gegeven, denkt de gever, en nog is het niet goed genoeg!” De vertrekkende partner wordt gezien als de ondankbare hond. Deze persoon had de taak om de ander niet boven zichzelf te stellen en te zoeken naar gelijkwaardigheid, maar angst voor verlating heeft het gezonde gedrag in de weg gestaan. Je hoeft geen relatietherapeut te zijn om te snappen dat als twee mensen naar de ander kijken in termen van “verstikking en manipulatie” en “ondankbare hond” dat de verbinding ver te zoeken is. Het brengt je wel wat, in deze termen naar de ander kijken. Er zit een beloning in. Door te focussen op andermans fouten hoef je immers niet naar jezelf te kijken, naar jouw voorwaardelijkheid voor je gedrag. Naar jouw aandeel in de patronen. Naar jouw angst voor verlating of alleen zijn. Zolang de ander maar fout zat, is hand in eigen boezem niet nodig en spaar je je zelfbeeld. Dat zelfbeeld moet omver. Er moet een nieuw zelfbeeld komen. Alles mag op de schop. Opbouw vanaf de grond.

Wat ik kan doen in zo’n geval is beschrijven wat ik zie, beschrijven welke patronen ik zie en oordeelloos stimuleren dat beide partners hand in eigen boezem gaan steken wat betreft hun eigen gedrag. Te laat is het nooit. Verandering kan altijd. Ook als je partner al vertrokken is zal persoonlijke groei je verder helpen en je onafhankelijker maken. Het helpt als je alles wat je gegeven hebt kan zien als een persoonlijke gift aan de ander, in plaats van een economische uitwisseling waar je te weinig voor hebt teruggekregen. Het helpt als je jezelf niet als slachtoffer ziet. Natuurlijk is er dan nog steeds pijn en angst maar bewustwording van de patronen en snappen waar het vandaan komt, helpt je wel weer sneller op te staan en omhoog te klimmen. De mens leert het meest op de bodem van de put omdat dan de noodzaak het grootst is. Wel fijn als daar iemand is om je een kontje omhoog te geven en naast je staat als je je nieuwe zelfbeeld opbouwt. Nog fijner als je er vroeger bij bent, voor de val en voor het verlies van liefde en samen aan jullie eigen zelfbeeld kunt bouwen.

Carina de Waard -Systeemtherapeut

Maak kennis om te kijken of er een ‘klik’ is.

  • Is een relatie met een ADD-er of een ADHD-er mogelijk?

    Is een relatie met een ADD-er of een ADHD-er mogelijk?

“Ik doe alles voor jou en in ruil daarvoor verlaat je mij niet” en “Ik vind je geweldig en in ruil daarvoor versterk jij mijn eigenwaarde”

Het is een hot topic, co-dependency. Cliënten dragen geregeld zelf deze term aan, n.a.v. wat ze gelezen hebben op internet. De Engelse term ook, bij gebrek aan een goede Nederlandse vertaling. Ik vind het vernederlandste co-dependentie of wederzijdse afhankelijkheid ook allemaal goed. Het betreft altijd relaties die in het begin een perfecte match leken, maar langzaam maar zeker krakjes gingen vertonen in die gebrekkige perfectie. Tegen de tijd dat een koppel tegenover mij zit is de glorie van weleer te niet gedaan en kijkt vooral verdrietigheid en ongelukkigheid mij aan. Voor mij is de voornaamste taak dan om te gaan roeren in de chaos genaamd ‘symbiotische relatie’. Beide partners staan dan ontegenzeggelijk voor de uitdaging om het pad te gaan lopen van zelfontwikkeling. Een waardevol pad uiteindelijk maar ook een pad van bloed, zweet en tranen.

Wederzijdse afhankelijkheid door het creëren van symbiose lijkt – zeker in het begin – helemaal geen probleem voor een relatie. Het klinkt heel wederkerig en fijn; symbiose. Dat is het op den duur niet. Wanneer één van de partners meer tijd, energie en focus investeert in de ander, raakt deze gever als het ware uitgeput. Op den duur wordt dit een depressief hoopje mens. De andere partner verliest bovendien vaak het respect of de waardering voor de gever. Een enkele keer wordt het geven zelfs uitgebuit.  Er is hoe dan ook onbewust scheefheid ontstaan in de relatie. Scheefheid van inspanning en scheefheid van macht.

Soms staat scheefheid van macht minder op de voorgrond. Dan hebben beide partners gelijktijdig het idee dat ze meer investeren in de ander. Er ontstaan dan conflicten met vaak ‘economische verwijten’, zoals “ik doe veel meer voor jou dan jij voor mij”, met als respons “je hebt geen idee wat ik allemaal voor jou doe”. Beide partijen geven echter voorwaardelijke liefde aan de ander. Er zit geen onvoorwaardelijkheid aan. Men geeft om te krijgen. Met pleasen en met zorgzaamheid proberen ze de partner positief te stemmen en zo te voorkomen dat ze bijvoorbeeld verlaten worden of moeten gaan uitzoeken wie ze zijn. Met dankbaar reageren op alle zorg en onder de kin gestreeld worden, voorkomt de andere partij alleen zijn. Als de ene partner minder gaat geven en de andere partner minder dankbaar is, dan wordt voor beide partijen de relatie onveilig. Hoe onveiliger de relatie, des te meer conflicten. Des te meer onveiligheid. Des te meer conflicten. De spiraal omlaag.

Een bekende misperceptie is dat geven altijd goed is. Zolang je geeft weet je wie je bent, namelijk een goed persoon. Te veel geven kan niet, denkt men, want hoe kan geven en dus goedheid een probleem zijn? Maar als je (onbegrensd en onbewust) geeft om vooral terug te krijgen, als je geeft ter opbouw van je eigenwaarde, als je geeft om de ander afhankelijk van je te maken zodat er voor jou meer veiligheid is en zodat je niet verlaten wordt, dan leg je alle macht én verantwoording voor jouw welzijn in de handen van de ander. Naar je gevoel is niet aflatend goed doen, het enige wat je kunt doen. Dat levert stress op. De stress wordt nog hoger als de andere partners de verbinding een beetje laat vieren, omdat deze niet langer de verantwoordelijkheid wil dragen van jouw welzijn. Of omdat de partner vindt dat het geven simpelweg onvoldoende is, waardoor er aan die kant van de relatie onveiligheid ontstaat. Beide partijen gaan elkaar afwisselend beschuldigen van het ervaren van een tekort om vervolgens terug te trekken uit de verbinding, vaak vanwege de stress. Het geven en de dankbaarheid wordt minder. Wat meer wordt zijn de wederzijdse verwijten en de ongelukkigheid.

Wederzijdse afhankelijkheid, door het creëren van symbiose, gaat over een wederzijds tekort dus. Het leidt vaak tot patronen van aanklagen, slachtofferschap en redden. De bekende dramadriehoek. Het tekort ligt altijd op het terrein van de eigenwaarde, het zelfbeeld, en het onvermogen om eigen emoties te begrijpen. Er is bovendien altijd de wederzijdse behoefte aan bevestiging. Bevestiging dat je goed genoeg bent, mooi genoeg bent, het waard bent om bij te zijn, bijzonder genoeg bent, opofferend genoeg enz. De roep naar elkaar is altijd die van “geef!” en “geef meer!”

Vandaar dat het pad van de persoonlijke ontwikkeling het enige pad is. Er is zelfliefde nodig en vanuit zelfliefde moeten bepaalde gedragingen worden opgegeven en veranderd. Wat niet hoeft te worden opgegeven is de fijngevoeligheid en de wens tot verbinding. Bewustwording van de patronen en werken aan eigenwaarde, zelfwaardering en de focus op jezelf en jouw behoeften houden (in plaats van op de ander en diens behoeften) volstaat. Leren liefhebben zonder je eigen gezonde grenzen te overschrijden en zonder afhankelijkheid. Als dit lukt en de wederzijdse liefde is er nog, dan kan de relatie heel erg mooi worden. Mooier dan deze ooit was. Echter. Waarachtiger.

Soms komen deze koppels heel laat bij mij. Dan is het leed al zover geschied dat een van de partners verdwenen is of op het punt staat te vertrekken. Degene die weggaat is vaak degene die zich heel schuldig en verantwoordelijk heeft gevoeld voor het geluk en het veiligheidsgevoel van de ander. Zelf voelt men vaak al lange tijd druk. Druk om meer en meer de eigen behoeften opzij te schuiven door de focus geheel op de ander en diens behoeften te leggen. Het kan manipulatief voelen en overweldigend. Het kan voelen alsof je zelf oplost. Het kan voor verwarring zorgen of voor een gevoel van verstikking. Het kan leiden tot uitspraken als “ik merk dat ik eigenlijk niet meer naar huis toe wil.” Daarna volgt verlating. En opluchting. Bij een van de twee vaak. Diegene die wegging had de taak om eerder en gezonder te begrenzen, maar angst voor alleen zijn heeft het gezonde gedrag vaak in de weg gestaan.

Bij de ander, die verlaten wordt of die de verantwoording op diens bord krijgt om de relatie te beëindigen, roept het vaak pure woede op. “Ik heb alles gegeven, denkt de gever, en nog is het niet goed genoeg!” De vertrekkende partner wordt gezien als de ondankbare hond. Deze persoon had de taak om de ander niet boven zichzelf te stellen en te zoeken naar gelijkwaardigheid, maar angst voor verlating heeft het gezonde gedrag in de weg gestaan. Je hoeft geen relatietherapeut te zijn om te snappen dat als twee mensen naar de ander kijken in termen van “verstikking en manipulatie” en “ondankbare hond” dat de verbinding ver te zoeken is. Het brengt je wel wat, in deze termen naar de ander kijken. Er zit een beloning in. Door te focussen op andermans fouten hoef je immers niet naar jezelf te kijken, naar jouw voorwaardelijkheid voor je gedrag. Naar jouw aandeel in de patronen. Naar jouw angst voor verlating of alleen zijn. Zolang de ander maar fout zat, is hand in eigen boezem niet nodig en spaar je je zelfbeeld. Dat zelfbeeld moet omver. Er moet een nieuw zelfbeeld komen. Alles mag op de schop. Opbouw vanaf de grond.

Wat ik kan doen in zo’n geval is beschrijven wat ik zie, beschrijven welke patronen ik zie en oordeelloos stimuleren dat beide partners hand in eigen boezem gaan steken wat betreft hun eigen gedrag. Te laat is het nooit. Verandering kan altijd. Ook als je partner al vertrokken is zal persoonlijke groei je verder helpen en je onafhankelijker maken. Het helpt als je alles wat je gegeven hebt kan zien als een persoonlijke gift aan de ander, in plaats van een economische uitwisseling waar je te weinig voor hebt teruggekregen. Het helpt als je jezelf niet als slachtoffer ziet. Natuurlijk is er dan nog steeds pijn en angst maar bewustwording van de patronen en snappen waar het vandaan komt, helpt je wel weer sneller op te staan en omhoog te klimmen. De mens leert het meest op de bodem van de put omdat dan de noodzaak het grootst is. Wel fijn als daar iemand is om je een kontje omhoog te geven en naast je staat als je je nieuwe zelfbeeld opbouwt. Nog fijner als je er vroeger bij bent, voor de val en voor het verlies van liefde en samen aan jullie eigen zelfbeeld kunt bouwen.

Carina de Waard -Systeemtherapeut

Maak kennis om te kijken of er een ‘klik’ is.

  • Is een relatie met een ADD-er of een ADHD-er mogelijk?

    Is een relatie met een ADD-er of een ADHD-er mogelijk?