Zaterdag. Naar mijn idee is iedereen vrij. Maar ik niet. Druk, druk, druk. Afmaken wat ik vrijdag niet heb afgemaakt. Afspraken maken, datumplanner, voorbereiden workshop, verslagen schrijven. En dan belt zus en dan appt zo. En natuurlijk studieperikelen. Zo’n dag. Misschien met wat andere details maar iedereen kent dit soort dagen; weekenddagen waar je niet blij van wordt. Moeilijk om mindful te blijven zeg maar. Ik gooi er intussen even een wasje in. Rare geluiden daar in het washok. In een reflex zoek ik de kat, altijd bang dat ik die een keer op zo’n zestig-graden-programma mee was. Maar Jules zit waar ie altijd zit: op het dooie schaap wat gedrapeerd op een voetenbankje ligt. Hij is dol op dat schaap. Hij likt het, bedauwtrapt het en legt hoopvol zijn speeltjes erop. Maar het schaap – niet meer zo heel speels als vroeger – zit al maanden in de negeer-stand.
Met de kat in beeld maak ik me minder zorgen. Hoe dringend kan het zijn? Na een uur een piepje. Klaar? De wasmachine zegt van wel. Open. Drijfnatte was. Okay, waar zit de centrifuge functie? Die zit er niet op, op mijn AEG. Hoe raar is dat! Ik vind wel een sticker, dat ik tien jaar garantie heb als ik dit nummer bel. “Activatie noodzakelijk” staat er in het rood. Met een uitroepteken. Bijna drie jaar geleden. Ik gok dat de kansen op garantie verkeken zijn. Weet je wat? Ik draai gewoon nóg een wasprogramma. Misschien was-ie tijdelijk even in de war, de wasmachine, maar gaat het nu goed? Not.
Even is er zon op mijn balkon, na een dag regen en wind. Zal ik gaan zitten of? Nee, okay, ik google even..
“wasmachine centrifugeert niet”
Google: de schoep is geblokkeerd
“waar zit de schoep in een wasmachine”
Google: Zie filter, zie pomp, zie blokkage
“Wat moet je doen als je pomp verstopt zit van je wasmachine?’ en “AEG”
Google: videofilmpje
We – Jules, het schaap en ik – kijken even. Oh daar. Here we go. Stekker zoeken. Op de kont voor de wasmachine. Klepje open, gedeeltelijk want de antilekbak zit in de weg. Kracht zetten natuurlijk, om daar een pompje open te draaien wat een machine heeft dichtgedraaid. Open. Drie liter eruit. In de antilekbak. Met smurrie. Goed, we geven niet op….Dweiltje erbij, teiltje erbij, en 3027 keer dat dweiltje vullen met antilekbak water en dat dan uitknijpen in het teiltje. We zijn een uurtje verder. Nu het pompje. Ik trek er iets uit wat dan mogelijk verstopt zou kunnen zitten. Een plastic ding, met hele kleine gaatjes met smurrie. Uit elkaar halen lukt niet, ook niet met een mes. Ik kan er wel – volkomen nutteloos – een rubbertje afhalen. Beetje porren dan maar met een verbogen haarspeld in zo’n gaatje. Er gebeurt nauwelijks wat. En dan, ZOMAAR uit het niks, komen de meest anti feministische gedachten in me op. De meest prangende: “hoezo heb ik niet op tijd – voordat mijn wasmachine stuk was – een man aangeschaft? Nu is er gedoe!”
Maar goed, er is geen man dus zelf oplossen. Filter had geen zichtbare defecten, smurrie is wel wat minder. Dan de schoep maar aanpakken. Op de knieën voor de wasmachine, want de schoep zit achter in het gat. Zaklamp op telefoon aan en met een potlood porren tegen het radje. Dat draait. Moet een schoep meer doen? Nee toch? Alles terug dan maar. Dichtschroeven. Klepje dicht, stekker erin en gewoon weer een wasje draaien. Op hoop van zegen. Ik wacht even in dat straaltje zon op het balkon totdat het wasje klaar is. Heerlijk. Warm. Toch tevreden. Stel dat het werkt dan heb ik dat maar allemaal zelf gedaan he!? Een wijntje erbij maar dan, om de overwinning te vieren. Ik hoor de wasmachine de trommel vullen met vers water. Vlak voordat ik mijn glas inschenk zie ik ineens iets liggen op de snijplank. Het is een rubbertje….