Hij kwam de eerste keer bij mij op de rand van een zenuwinzinking. De paniek, pijn en wanhoop vlogen tijdens de sessie met regelmaat over zijn gezicht. Stilzitten lukte niet. Hij was één wiebelende massa die vocht tegen zijn eigen emoties. Zijn hand streek met stevige slagen over zijn arm en been en hoofd, zoals een kind zichzelf ook vaak probeert gerust te stellen. Met een stem die het regelmatig liet afweten gaf hij antwoord op mijn moeilijke vragen. Er zaten inmiddels negen maanden op. Negen maanden waarin zijn partner uitgesproken twijfelde over hun relatie. Het was vijf voor twaalf nu en het bleek geen loos dreigement. Zijn partner verliet hem ook, zei het een paar weken later.
Hij brak in de welbekende honderdduizend stukjes. Zijn basis was weg. Zijn grote liefde was weg. En alles waar hij de afgelopen jaren zo in had geïnvesteerd, namelijk zijn relatie, had in één klap geen waarde meer. Ik hoorde hem aan. Hoorde hoe hij zijn grote liefde tot een held had gemaakt, tot iets wat beter was dan hij in vele opzichten. Gedisciplineerd, gebalanceerd, energiek en prachtig om te zien. Eigenlijk beschouwde hij zijn partner altijd als te hoog gegrepen voor hem. Dat de relatie verbroken was weet hij allemaal aan zichzelf. Alle redenen die zijn partner had opgegeven als verklaring voor de breuk trok hij zich aan. Daarom moest hij veranderen, vond hij zelf. Een beter mens worden. Iemand die het waardig was om zo’n partner te “hebben”. Emotioneel opgroeien, zichzelf verbeteren, stabiliseren, energieker en vrolijker worden én – alsof dit niet al genoeg was – weer de man worden waar hijzelf ooit respect voor had. Want dat was de man waar zijn ex-partner ook respect voor had. Hij had gefaald in zijn ogen maar hij hoopte dat het nog niet te laat was. “Zeg me wat ik moet doen, zei hij tegen mij, en ik doe het.” Maar het was wel te laat. Hij kreeg geen kans meer. Zijn ex-partner had inmiddels al een nieuwe partner. Het leven was doorgegaan en hij stond nog steeds op de oude plek, ellendig te wezen.
Hij ging op reis, mediteerde, huilde dikke tranen, maakte nieuwe vrienden en vond zijn leven opnieuw uit. Toch duurde het nog drie jaar voordat alles een plek had gekregen. Drie jaar van pijn, rouw, woede en uiteindelijk acceptatie. Hijzelf veranderde niet, niet in de kern en niet in gedrag. Wat er veranderde was zijn verhaal ofwel zijn narratief, zoals dat heet in de systeemtherapie.
Weet je nog dat er altijd wordt gezegd “schrijf alles op, dat is goed voor je”? Wat er vaak niet bij verteld wordt is om dit chronologisch te doen. Als je alleen je emoties opschrijft herbeleef je het maar her-evalueer je het niet. Schrijf je verhaal op van de relatie, herleef de herinneringen, zie de goede en de slechte kanten van de relatie en kijk vervolgens naar dit verhaal met een nieuwe bril. Zie het zoals het was. Wetenschappelijk is het aangetoond dat deze manier helpt om de relatiebreuk sneller te boven te komen.
Idealiter kom je niet alleen een relatiebreuk “te boven” maar ga je de breuk zien als een leerschool. Niet om jezelf te verbeteren of te veranderen en niet omdat je faalde. Ieder mens handelt naar zijn huidige staat van bewustzijn. Wat er te leren valt op zo’n moment– en wat de zelfcompassie ten goede komt – is het aankijken van je eigen schaduwkanten. Al je angsten, alle woede, al je verdriet en al het gedrag wat daaruit voortkomt. Schaduwkanten zijn een Jungiaanse term. Een schaduwkant is bijvoorbeeld met woede reageren op een onschuldig bedoelde opmerking van je partner. Dit is vaak een reflexmatige reactie (fight/flight) waar men nog geen bewustzijn van heeft en wat met hechting te maken heeft. Wetenschap laat zien dat veertig procent van alle mensen onveilig gehecht zijn, wat zoveel betekent als wanneer er knopjes wordt gedrukt, men reflexmatig reageert vanuit het hechtingspatroon. Dit komt de communicatie in een relatie niet ten goede. Je kunt leren om niet vanuit je reflexen te reageren. Je kunt je bewustzijn hierin verhogen. Veilig hechten valt te leren. Dat is gunstig voor jou en je (toekomstige) partner.
Dat betekent niet dat je gevoelige punten als sneeuw voor de zon verdwijnen. Ze zullen er altijd zijn. De mens loopt deukjes op, ook de veilig gehechte mensen. Sommige mensen lopen zulke grote deuken op dat we het een trauma noemen. De belangrijkste vraag is dan: hoe gaan we om met trauma? Zien we dat in het kader van pathologie, met andere woorden als iets wat ziek is en moet genezen of kunnen we het anders bekijken?
Een interessant artikel op dit vlak benadert trauma niet vanuit pathologie maar vanuit het neuro-plastische narratief. Neuroplasticiteit is het vermogen van het brein om zichzelf aan te passen en te herstellen. Een gezond brein kan dit. Een gezond brein leert van trauma’s en lijden, zodat we de volgende keer beter kunnen anticiperen en zodat we ons fysiologisch klaarmaken voor volgende nare ervaringen. Pijn wordt gezien als de evolutionaire kostprijs wanneer je een traumatische gebeurtenis overleeft. Deze benadering haalt het stigma weg dat er je iets moet fixen als je pijn en verdriet hebt. Schaamte en schuldgevoel verdwijnen hiermee ook. We hoeven niet te genezen. We mankeren niets. Er is wel pijn en deze pijn heeft nut; het zorgt voor een evolutionair leerproces. De volgende keer ben je beter voorbereid. Een leven zonder pijn bestaat niet.
Maar het punt is…degene met verdriet wíl wél iets fixen. Iedereen wil het proces versnellen want liefdesverdriet is een afschuwelijk gevoel. Ik wil het ook absoluut niet bagatelliseren of simpelweg zeggen dat je maar moet accepteren wat je niet kunt veranderen. Toch kun je je verhaal van ellende – je narratief van ellende – breder maken. Completer maken. Door te schrijven bijvoorbeeld. Door te praten, al dan niet met een psycholoog. Door kennis te hebben van het bovenstaande, wat een prima aanvulling is op de hechtingstheorieën waar vanuit de EFT werkt. Door te focussen op leren. Maar bovenal gaat het om acceptatie dat al deze processen niet maakbaar zijn. Een proces gaat zo snel als je brein aankan. Dat duurt een tijdje. Gun jezelf dat.