Laten we beginnen met het einde. Ze is dood. En begraven. Ik was er niet bij. De familie heeft het klein gehouden.
Yolo – de naam die ze in mijn blogs kreeg nadat we proostend, YOLO roepend, de glazen tegen elkaar sloegen op de dag dat ze me vertelde dat ze doodging – staat natuurlijk voor You Only Live Once. Ik mis de eeuwigheid nu in die naam. Veel te afgesloten is dit.
Om 04:00 uur vannacht werd ik verdrietig wakker. Slapen zou niet meer lukken. Achter mij lagen vijf krankzinnig drukke dagen. Ze denderden met 300 km per uur door mijn week, die dagen. Geen tussenstops. Niet niksen. Wel behoefte aan. Ik keek naar rechts. Daar zat Jules. Hij staarde terug, met zijn oranje ogen in zijn mooie kop. We zijn nu twee maanden samen – hij en ik – en het voelt alsof-ie er altijd al was. Hij groette me, vanaf zijn zittende positie op het bed. “Hee Jules, zei ik, kom je anders even bij me liggen?” De katten die ik gewend was keken dan altijd achter om te kijken of ik het niet tegen een of andere overleden voorvader of het behang had. Of ze knepen hun ogen samen en trokken een wenkbrauw op, alsof ik onbewust was overgeschakeld op Russisch. Maar niet Jules. Die stond op en liep naar me toe, intussen oogcontact houdend. Zonder één gebaar zei ik: “kom maar even op mijn buik”. Voorzichtig zette hij zijn voorpootje erop, toen het tweede pootje om vervolgens zachtjes plaats te nemen op mijn buik en borst. Zijn natte neusje duwde hij op mijn kin. Ik wíst niet eens dat er katten bestonden die luisterden. Jules luistert ook niet altijd – puber als hij is – maar nu kwam hij liefde geven zoals hij dat kan. Zoals hij dat vaker doet. Ik sloeg mijn armen om het gespierde warme kattenlijf en voelde mijn lijf zich vullen met liefde en rust. Jules is een cadeau.
Het thema waarmee ik het 2019 instapte, was het thema van overgave. “You are only as strong as your readiness to surrender”. Ooit heb ik geleerd dat als je jezelf een vraag stelt en deze vraag alleen maar dagelijks herhaalt – zonder jezelf te dwingen tot het zoeken van een antwoord – dat het antwoord uiteindelijk vanzelf komt. En dat je het antwoord als antwoord herkent; ook belangrijk. Twee en een half jaar geleden leerde ik dat wanneer je een thema introduceert in je leven, dat het leven zich krult rondom dat thema. In de psychologie heet dat “scriptschrijven”. Je schrijft als het ware het script voor je jaar/leven en alles wordt “als vanzelf” gestuurd richting dat script.
Mijn eerste thema was “train yourself to let go of everything you fear to lose”. En het werd me duidelijk wat ik vreesde te verliezen. En dat daarin trainen moeilijk was. Voor mij dan. Mijn tweede jaarthema werd: “fall you will but rise you must”. Ik leerde dat vriendschap en optimisme je altijd weer laten opstaan, hoe hard je ook valt. Dit jaar gaat het nog steeds over “surrender”. Overgave. Yolo stond voor de ultieme overgave: de acceptatie van de dood terwijl het leven nog lang niet was uitgeleefd. Terwijl de liefde nog niet daar was. Terwijl de carriere nog in de baby schoenen stond. Terwijl er nog zoveel te ontdekken was, zoveel te bereizen, zoveel te ervaren. Onze gesprekken gingen echter van bucketlists naar loslaten. Voor het ultieme loslaten was er nog wat balast. Ze ruimde alles op. Gaf het laatste restje balast aan mij op de laatste dag dat ik haar zag. Het was een geheim. Niks bijzonders. Alle geheimen bevatten dezelfde ingrediënten: zelfverwijt, schuldgevoel en spijt. Zinloze emoties die over het verleden gaan en die een hele stroom gedachten genereren, om vervolgens in het heden en de toekomst in de weg zitten. Zo Zonde! Maar ze liet ‘t bij mij achter. Het mocht niet mee de dood in noch haar laatste levensdagen.
Nadat Yolo wegging, de voordeur achter zich sloot, begon ik aan een boek van David Hawkins. “Letting go; the pathway of surrender”. Het leek me alle jaarthema’s raken. En dat doet ook. Alsof alle puzzelstukjes van verwarring samenkomen. “When the student is ready, the teacher will come”. Een dode leraar helaas maar met een erfenis van vele boeken. Raad het iedereen aan! Met Yolo kan ik het niet meer delen maar met de rest van de wereld wel. Bij deze.
Verlicht of niet…het was opstaan vanmorgen. Afreizen naar een solo plek, zonder Jules. Vliegtuig. Forenzentreintje. De scriptieopzet schrijven. De benodigde boeken lezen. Koffie, vergezichten, bubbelbad, de schoonheid van de heuvels van Devonshire, stilte, naar binnen keren, mijn vertrouwde schrijftafeltje en laptop. En dan weer het forenzentreintje in, overstappen in Exeter, door naar Londen, op naar dochter 1 in haar nieuwe leven. Ze werkt nu op een plek die waarschijnlijk Ricky Gervais heeft gestimuleerd tot het schrijven van “the office”. Inclusief haar eigen Ricky Gervais daar. Die – grappig genoeg voor the Office kijkers – Adam heet. De verhalen zijn hilarisch, voor een buitenstaander dan. Dochter 1 zit gevangen in de comedy achtige ellende van haar werkscript. Met een leidinggevende die ze haat. Iedereen zijn eigen balast. Balast levert vaak goede verhalen op. En humor lost veel op. Behalve dan als je probeert een extra tasje mee te smokkelen náást je handbagage bij de vliegtuigmaatschappij. Dan lost humor niks op. Dan geldt wel de kracht van “surrender”. Betalen dus. Woede. En loslaten..Bagage moet je limiteren of elimineren. Dat is de les.
In gedachten stuur ik dat beloofde kaartje het universum in op deze mooie datum. Voor YOLO. Achterop de balast wat vergeten en vergeven mag worden. Voorop vier letters die mijn nieuwe favoriete afkorting gaan vormen: LOLA. (Lots of Love, Always)