Ze was zo’n passagier die alle andere passagiers moet zijn opgevallen. Ze was groot in alles. In lengte, in kleding, in grijze wijduiteenstaande krullen. En, niet onbelangrijk, ze droeg een opvallend mondkapje. Groot, bruin en van leer, wat haar hele mond en neus omsloot. Het leek op maat gemaakt. Gaatjes erin natuurlijk, om zichzelf en wellicht een gesmokkelde kever in leven te houden die ze tussen haar lippen had geklemd. De hele vliegreis. Elf uur lang dus. Dan nog had ze ook niét kunnen opvallen als ze was blijven zitten of wanneer ze het kapje had afgedaan bij lopen. Maar ze koos ervoor om minstens elk half uur tot drie kwartier door het vliegtuig te paraderen. Reusachtig, in die smalle gangen, met dat vele haar en dat grote leren mondkapje. Met gaatjes. En daaronder dan wellicht die kever.
Een andere theorie, waar ik rekening mee hield, is dat haar baasje de medepassagiers wilde behoeden van dit bijtgrage vrouwmens. Want zo’n kapje kon het ook nog zijn als je een beetje buiten de lijntjes kunt denken. Dan zou hetzelfde kapje niet haar maar hem een held maken. Ik keek goed om me heen. Ze hoorde schijnbaar nergens bij. Geen baasje of partner te bekennen. Ook niet bij het uitstappen. Zij stapte alleen en mét mondkapje het vliegtuig uit, het vliegveld op met zijn paar duizend man zonder mondkapjes. Hield ze ‘m op? Ja, ze hield ‘m op. Een held.
Ik zie wel eens wat mensen met papieren mondkapjes. Goed voor het slopend klussen, wat medische handelingen en smog. Weggooi spul. Dit is “the real shit”, dit kapje. Dit wordt gelucht, schoongemaakt en hergebruikt. Totdat het door slijtage een vintage look heeft gekregen maar voorlopig lijkt het nog op fout nieuw- schooltas-leer. Het summum van autonomie om daarmee rond te lopen.
Ik bewonder autonomie. Ik bewonder het ook als mensen – tegen alle adviezen in -keuzes maken die door de goegemeente worden afgeraden. En deze keuzes niet maken om het recalcitrant zijn maar omdat ze erin geloven. Zelf. En de nee-schuddende hoofden van medemensen negeren. Mijn grootste voorbeeld hierin is momenteel Alex Honnold. Ik had in het vliegtuig eindelijk de mogelijkheid om de documentaire (Free Solo) over hem te zien. Hij is een held. Hij klimt zonder touwen – maar met een ongelooflijke voorbereiding – reusachtig stijle rotsen en bergen zonder touw. Elk foutje is dodelijk. De prestatie wordt daarom altijd vergezeld van foutloos perfectionisme; in zijn voorbereiding, lijf en concentratie. Over mensen die geluk nastreefden zei hij: ‘Waarom zou je streven naar geluk? Ik kies prestatie boven geluk’. Geluk was te vluchtig voor hem. Alleen die zin is al autonomie ten top. En verwarrend. De verwarring ligt in de definitie natuurlijk. Misschien maakt de ultieme – foutloze -vorm van perfectie in prestatie hem gelukkig. Misschien maakt het kiezen tegen alle adviezen van de nee-schudders in hem gelukkig. En misschien hebben sommige mensen geen perfectie of tegenstand nodig om gelukkig te zijn. Als we maar voelen dat we leven. Af en toe en liefst heel intens. Want dat was ook zijn motivatie, dacht zijn moeder. Mensen willen af en toe de held mogen spelen in hun eigen verhaal. Zo’n verhaal waarin alles een keer goed loopt. Het loopt bij hem al duizend-plus spannende verhalen goed af.
Mijn verhaal, de reis met dochters, loopt trouwens ook goed. Al wordt het nergens spannend. Best een prestatie. Hou het maar eens 18 dagen gezellig met drie vrouwen, teveel koffers en uiteenliggende belangstellingen. Van perfectie was geen sprake. Van voorbereiding ook nauwelijks. Van geluk wel. Bijvoorbeeld bij het zien van een mega grote Walmart midden in de woestijn als je honger hebt. Of wanneer je een hele trail hebt gelopen met de jongste dochter – die slecht loopt – vervolgens verkeerd uitkomt, helemaal terug moet, (dezelfde route vervelend genoeg ook nog) en dán merkt dat het tempo en de behendigheid bij haar beter wordt met muziek op. En dat ze dat toevallig bij zich heeft. En dat ze het gewoon kan. Zonder zeuren – wat zeker fijn is als je niet meer weet waar je de auto geparkeerd hebt en de duisternis invalt. Lopen tegen de klok. Ik ben geen held maar hou wel van wat milde ongeplande risico’s nemen. En van langzamerhand een goed draaiend team worden, waarin iedereen zijn eigen dingen goed mag doen. Hoe beter de radartjes draaien, des te gelukkiger ik me voel.
Onderdeel van ons team was Fordje. De allerkleinste huurauto die er bestaat, maar overal tegenop gewassen. Met hem hebben wij de Sierra Nevada bedwongen. Een automaat. Loeiend en protesterend kroop hij traag omhoog terwijl wij verveeld M&M (smaak Peanutbutter) aten. Hij liet zich niet opjagen door de grote jeeps op z’n hielen noch door mijn voet op het gaspedaal of mijn geruk aan de handrem. Hij kroop en kroop en bedwong. ‘s Nachts moest-ie zich weren tegen die 25000 zwarte beren in California, op zoek naar gevallen en verdwaalde peanutbutter M&M’s onder autostoelen. De grappige tip in de bergen boven Lake Tahoe was: laat je autodeur van het slot af. Beren kunnen netjes autodeuren open maken (met deurklink) of niet netjes door het raampje in te slaan en vervolgens het portier eruit te rukken omdat je hem op slot hebt gedaan. Voor die drie gesmolten peanutbutter M&M’s onder je stoel. Maar we deden ‘m toch op slot. Zonder risico’s voel je niet het geluk wanneer alles goed gaat, toch? Zonder risico’s mis je “intens leven”.
Ik persoonlijk heb op deze vakantie, mede door mijn “wees een verantwoordelijke moeder”-gevoel en risico averse kinderen, inspirerende autonome helden nodig. Plaatsvervangend eventjes intens leven door mee te liften op andermans heldendom; dat kan ook. Snuif het op en bewonder het en vier verder gewoon vakantie zonder moeilijke klimpartijen en off trail-wandelingen met de kans op gevaren. Doe gewoon net alsof het spannend is. Alsof je risico’s neemt en alsof je autonome geplande keuzes maakt qua reisplannen. Soms door slechts argeloos wat M&M’s te eten en soms door onvoorbereid op geëffende – maar verkeerde – banen te wandelen. Zogenaamd op zoek naar beren. En dan zeehonden vinden, met baby’s in een verlaten baai. Serendipity. Risicoloos en prestatieloos. De mooiste en meest ondergewaardeerde vorm van geluk: dom geluk.