Nu liep ik gisteren per ongeluk tegen bovenstaande Beer aan. Hij – zij/hen – raakte mij. Hoe belandde- ie daar, op straat, als Beer? Ooit diende hij een doel, ooit was hij welkom, ooit was hij een bron van vreugde en werd-ie geknuffeld, ooit had ie een prominente plek in bed, ooit werd er gestraald als hij werd beetgehouden… En op een dag zit hij daar. Te groot voor de vuilcontainer. Ik zag veel linkjes van pluche naar vlees en bloed.
Een collega en vriend had lang geleden ook zo’n foto gemaakt, van een Beer op een bankje naast een treinstation. Hij stuurde me de foto nadat hij de foto van mijn verlaten Beer had gezien. Het stelde me opnieuw gerust dat ook dit keer mijn geraaktheid hierin wellicht geen hormonale disbalans is. Als hij het ook heeft…dan zal het wel een emotionele gevoeligheid zijn wat bij meer mensen een gevoelige snaar raakt.
Ik dacht aan allerlei casuïstiek die in mijn werk voorbij is gekomen. Partners die zijn ingeruild voor een jonger exemplaar. Of niet eens ingeruild maar wel “afgedankt”. Ooit was het een leuk en aardig mens voor de afdanker, ooit diende dit mens een doel maar niet langer meer. De kinderen waren bijvoorbeeld groot inmiddels, waardoor de zorgtaak was opgeheven. Of de laatste stuiptrekking van de jeugd speelde op bij de afdanker. Bij navraag van mijn kant was er wel altijd een onderbouwing voor het afdanken. De winnaar onder de onderbouwingen is wat mij betreft: “vroeger werd ik gelukkig van hem/haar maar nu staat hij/zij mijn geluk in de weg”. Je zou het maar zijn, de persoon die andermans geluk blokkeert. Vaak terwijl je dacht dat je nog toevoegde. In mijn eeuwige nieuwsgierige zoektocht tijdens therapie naar begrip, naar het verhaal achter de handeling, naar zachtheid, naar een manier om het te plaatsen in de context kom je soms toch simpelweg uit op een schaduwkant van een persoon: hardheid, koudheid, egoïsme en/of gebrek aan empathie.
Maar het is niet alleen in de relatiesfeer waar dit voorkomt; het afgedankte-beren-gevoel. Ik heb in mijn werk meerdere keren meegemaakt dat dokters – die het lange traject van de geneeskunde studie, anios, aios, staflid zijn doorlopen – op een afdeling zitten waar een nieuw afdelingshoofd wordt aangesteld. Zo eentje wiens persoonlijkheidstrekken eigenlijk niet goed samengaan met een hoge machtspositie. Maar ze hebben ‘m wel, die machtspositie. En iemand in de staf bevalt dit hoofd niet. Er komt dossieropbouw. Er komt pesten. Als dit aanhoudt in de tijd komt er vaak een burn-out of een andere psychische- of somatische ziekte bij het betreffende staflid. En op een gegeven moment ziet iemand zichzelf ineens buiten zitten, naast de vuilcontainer. Vaak volkomen gedesillusioneerd.
Of de fitte toevoegende 67-er. Die nog graag wil werken. Die nog graag alle opgebouwde vaardigheden nuttig wil inzetten. Soms in een beroep waar ronduit een tekort aan is. Dat zijn ook afgedankte Beren ergens.
Misschien ben je zelf in je leven ook wel eens een afgedankte Beer geweest. Het belangrijkste is om te beseffen dat het jou niet waardeloos maakt wanneer iemand jou afschrijft of afdankt. Je waarde zit niet in de waardering van anderen. Je waarde zit uiteraard in de waardering die je jezelf toekent. Kijk eens kritisch naar jezelf. Voor wie of wat voeg je wat toe? Wie zijn je dankbaar? Wanneer en wie help je? Zou je jezelf beschrijven als een loyale en trouwe vriend/vader/moeder/kind/collega? Zijn er mensen die blij van je worden en waarom? Ben je gul soms; in acties of in empathie en zachtheid? Al deze punten – en nog vele meer – maken een mens waardevol. Geef jezelf die punten. Als jij zo’n mens bent kan het je nog steeds overkomen dat je niet op waarde wordt geschat – de wereld is immers geen eerlijke plek – door een of meerdere personen. Maar je kunt zondermeer voor jezelf herhalen dat je van waarde bent en je richten op iedereen die jouw waarde (h)erkent. Maak jezelf als afgedankte Beer geen slachtoffer van een ongelikte Beer. Al dan niet met hulp van een professional, een vriend, een buurman of een collega: Sta op, draai je om, loop door en kop op. Doe alles wat deze Beer niet kon. Het verschil tussen pluche en vlees en bloed.